zaterdag, februari 04, 2006

gezondheidszorg aan 2 snelheden is realiteit, zeggen 2 op 3 Nederlanders

Uit "de Huisarts" (van 2 februari 2006) blijkt dat de Nederlanders zijn hun vertrouwen in de gezondheidszorg kwijt. In 1999 was de bevolking nog tevreden over de zorg (65% tevreden, 35% heel tevreden). Anno nu is slechts 75% tevreden (waarvan 11% heel tevreden). Zes jaar geleden dacht drie op vier Nederlanders dat iedereen dezelfde rechten had. Nu is daarvan nog slechts een derde overtuigd. Die geneeskunde aan twee snelheden zet zich door. Amper 18% van de Nederlanders denkt dat over vijftien jaar nog iedereen gelijke rechten heeft.
Bron is het rapport Zorg om Vernieuwing. Dat werd vorige week in den Haag voorgesteld op het zesde Clingendael European Health Forum. Opdrachtgever is het Pharmaceutical Committee van de Amerikaanse Kamer van Koophandel, onder het toeziende oog van de Federatie Medisch Wetenschappelijke Verenigingen (FMWV). Het onderzoek gebeurde door wetenschappers van de Universiteit van Tilburg en het onderzoeksbureau TNS NIPO (Nederlands Instituut voor de Publieke Opinie en het Marktonderzoek). Dat peilde bij publiek en hulpverleners naar de verwachtingen ten aanzien van het nieuwe zorgstelsel. Het veldwerk vond plaats in november 2005, dus voor de nieuwe zorgwet werd ingevoerd. Er werden 390 artsen en 549 Nederlanders van 18 jaar en ouder ondervraagd.
De bevolking klaagt vooral over de wachtlijsten en de hoge werkdruk van het ziekenhuispersoneel. Voor de artsen is op de eerste plaats de toenemende bureaucratie en de groeiende invloed van niet-medici (zorgverzekeraars, management en de politiek) het struikelblok. Niet minder dan 82% van de zorgverstrekkers is ervan overtuigd dat de marktwerking in de zorg niet tot een betere behandeling leidt. In 1999 dacht slechts 64% van de zorgverleners er zo over.
Artsen en doorsnee Nederlanders hebben het moeilijk met marktwerking in de zorg. Juist nu de overheid zich uit de gezondheidszorg terugtrekt, pleiten steeds meer Nederlanders ervoor dat die overheid haar verantwoordelijkheid opneemt. Daar waar zes jaar geleden de helft van de Nederlanders vond dat voor de overheid een belangrijke taak is weggelegd als het om de beschikbaarheid van zorg gaat, is nu al 79% die mening toegedaan. En artsen reageren niet anders: in 1999 zag 51% de overheid als een belangrijke speler in de zorg, zes jaar later is dat 73%.
Sinds 1 januari is in Nederland een nieuwe zorgverzekeringswet van kracht. De noorderburen geven aan daarover niet goed geïnformeerd te zijn. Hun verwachtingen zijn ook laag. Meer dan de helft (56%) denkt dat de nieuwe zorgwet financieel ongunstig is en verwacht dit jaar een inkomensderving van gemiddeld liefst 850 euro. Een bedrag dat zal worden gecompenseerd door minder uit te geven voor vakantie en restaurantbezoek. De zorgverleners van hun kant vrezen vooral voor de kwaliteit van de zorg. 60% van de huisartsen verwacht dat de kwaliteit erop achteruit zal gaan. Voor hen zijn de zorgverzekeraars de grote winnaars.